De homeopathische potentie geeft de mate aan waarin de uitgangsstof is gepotentieerd, d.w.z. in stappen verdund en krachtig geschud of verwreven. Hahnemann zag het potentieren als een vorm van openbreken van de genezende kracht van het homeopathische geneesmiddel. Hij beschrijft in paragraaf 269 in het Organon:
“Ze ontwikkelt die geneeskrachten tot een tevoren ongehoorde graad van werkzaamheid, waardoor ze allemaal pas echt bijzonder, ja zelfs onmetelijk “doordringend” actief en dienstig worden” ….. “Deze merkwaardige verandering in de eigenschappen van natuurlijke stoffen ontwikkelt door mechanische inwerking op hun kleinste partikel, door verwrijven en schudden (terwijl ze door middel van een indifferente droge of vloeibare substantie van elkaar gescheiden zijn), de latente dynamische krachten die tevoren onopgemerkt, als het ware sluimerend in hen verborgen waren en vooral invloed kunnen uitoefenen op het levensbeginsel, op de conditie van dierlijk leven. Daarom wordt deze bewerking van die stoffen dynamiseren of potentiëren genoemd (ontwikkelen van artsenijkracht) en de ontstane producten dynamiseringen oftewel potenties in verschillende graden.”
(het heeft in de homeopathie geen relatie met de meer bekende term, potentie in de zin van manlijkheid.)
Zie website: bereiding van homeopathische geneesmiddelen