Vormen van homeopathie
Vormen van homeopathie
Homeopathie kent een lange geschiedenis van verschillende manieren waarop de similia-regel werd toegepast. Vaak ontstonden er heftige discussies over de richting waarin de homeopathie zich zou moeten ontwikkelen; dit gebeurde al tijdens het leven van Hahnemann. Sommigen zochten een vorm die zoveel mogelijk aansloot bij de reguliere diagnose van de patiënt; hieruit ontstond de klinische homeopathie. Anderen vonden de homeopathie en vooral de geneesmiddelkeus, te omslachtig en zochten naar vereenvoudiging. Zo ontstonden homeopathische complexmiddelen, op de markt gebracht door fabrikanten van homeopathische geneesmiddelen. Volgers van Hahnemann vonden dat de principes van de homeopathie op deze manier steeds meer verwaterde. Zij bleven zich verzetten tegen deze ontwikkelingen, hetgeen resulteerde in een herwaardering van de oorspronkelijke principes van de homeopathie. De richting die hieruit voortvloeide, wordt meestal aangeduid als de “klassieke” homeopathie.
“Klassieke” homeopathie
Ook worden wel de termen “unitaire homeopathie” en “individuele homeopathie”gebruikt.
De klassieke homeopathie kenmerkt zich door het individueel kiezen van het homeopathisch geneesmiddel op grond van persoonskenmerken van de patiënt, het gebruik van enkelvoudige geneesmiddelen, vaak in een hoge potentie toegediend en herhaald op grond van reacties op het middel. De nadruk ligt op verbetering van de algehele conditie van de patiënt en de daaruit voortvloeiende vermindering of verdwijning van de ziekte, niet primair op de behandeling van een bepaalde klacht.
Na de tweede wereldoorlog ontstond er een behoefte weer meer nadruk te leggen op de oorspronkelijke door Hahnemann en Kent ontwikkelde vorm van homeopathie, als reactie op de richting die de homeopathie de decennia daarvoor was opgegaan (klinische invalshoek en gebruik van homeopathische complexmiddelen). De oorspronkelijke vorm was door Hahnemann minutieus vastgelegd in het Organon der Geneeskunde en van commentaar voorzien door J.T. Kent. Voor de richting die teruggreep op de oorspronkelijke vorm van homeopathie werd in de jaren 70 van de vorige eeuw de term “klassieke” homeopathie geïntroduceerd. Deze richting is aanvankelijk ontstaan onder niet als arts opgeleide therapeuten, die onder de noemer “klassiek homeopaat” gingen werken. Parallel aan deze ontwikkeling ontstond ook onder artsen hernieuwde belangstelling voor de homeopathie van Hahnemann en Kent, zeker na het ontdekken van de 6e editie van het Organon en de introductie van LM-potenties door Pierre Schmidt.
Verwarrend
De term “klassieke” homeopathie suggereert dat deze vorm van homeopathie sinds Hahnemann en Kent onveranderd is gebleven; dit is echter niet het geval. Ook de homeopathie heeft zich verder ontwikkeld. Daarnaast wordt vaak gezegd dat de “klassieke homeopathie” de oorspronkelijke homeopathie van Hahnemann is, terwijl zijn manier van werken zich gedurende zijn leven steeds verder ontwikkelde. Welke methode wordt dan bedoeld met de oorspronkelijke homeopathie van Hahnemann”? Waarop grijpen we dan terug? De manier van werken uit de begin periode met de oertincturen en lage potenties tot een C30? Het toepassen van de miasmaleer of het gebruik van de LM potenties uit Hahnemanns Parijse tijd? Met andere woorden, de term “klassieke homeopathie” is onduidelijk als we ons beroepen op Hahnemann.
Door deze verkeerde indruk heeft de term “klassieke” homeopathie voor veel verwarring gezorgd en wordt op deze site dan ook verder niet gebruikt. De term is wel zodanig ingeburgerd dat we hem hier voor de volledigheid wel noemen en toelichten.
Klinische homeopathie
Bijvoorbeeld: bij de diagnose maagzweer kan men denken aan het middel Phosphor, vooral als er brandende pijnen zijn met veel dorst en als de pijn vermindert door eten.Als er bij de maagzweer brandende pijn aanwezig is die verbetert door kleine slokjes warme drank en als de patiënt angstig en onrustig is, dan kan men Arsenicum overwegen.Zijn er stekende pijnen die gelokaliseerd zijn op een klein plekje met één vinger aan te wijzen dan kan Kalium bichromicum het passende middel zijn.Lijdt een patiënt aan meerdere aandoeningen, dan wordt het mogelijk geacht per aandoening meer middelen tegelijk voor te schrijven, al dan niet in afwisseling. Soms wordt een constitutioneel basismiddel gecombineerd met meer orgaangerichte middelen, vaak in lage potentie.Voorstanders van deze manier van werken hopen hiermee ook meer in de lijn van de reguliere geneeskunde te blijven en zo de homeopathie in regulier medische kringen beter geaccepteerd te krijgen. Artsen zijn gewend hun therapie vanuit de medische diagnostiek te kiezen. In de tijd van Hahnemann was er veel discussie over deze manier van voorschrijven; Hahnemann zelf nam hier afstand van in felle bewoordingen.Het voordeel is dat er sneller gewerkt kan worden, er geen ellenlange anamneses hoeven te worden afgenomen en de praktijk goed aansluit bij de gebruikelijke manier van werken en denken van artsen. Vooral in Duitsland en Frankrijk heeft deze vorm van homeopathie veel navolging gevonden.
Complex-homeopathie
Onder complex-homeopathie verstaan we het gebruik van standaard samengestelde homeopathische geneesmiddelen, vervaardigd met als doel een bepaalde klacht, ziektebeeld of een bepaald orgaansysteem homeopathisch te behandelen.
De toepassing van homeopathie vereist van de voorschrijver gedegen kennis van de materia medica en kennis van de verschillen tussen de geneesmiddelen. Voorstanders van complex-homeopathie menen dat de geneesmiddelkeuze vereenvoudigd kan worden door per aandoening een spécialité te ontwikkelen die gericht is op één klinische aandoening. Voorbeelden hiervan zijn complexmiddelen tegen gewrichtsklachten en overgangsklachten.
Ook bestaan er complexmiddelen om een orgaansysteem te activeren, bijvoorbeeld een complexmiddel voor de nier of lever.
Homeopathische complex-middelen bevatten combinaties van verschillende enkelvoudige homeopathische geneesmiddelen die in de praktijk succesvol zijn gebleken bij de behandeling van de betreffende indicatie.
Bijvoorbeeld:
Voorheen bestond er een complexmiddel voor kinderen met koorts, het zogenaamde BAF complex. Het bevatte Belladonna D4, Aconitum D4 en Ferrum phosphoricum D6. In dit middel waren de drie meest gebruikte middelen bij koorts in één middel samengebracht, om zo een brede werking te bereiken, zodat de meeste patiënten met koorts er baat bij zouden hebben.
Dit soort middelen werden op de markt gebracht als vorm van zelfmedicatie voor een breed publiek. Ze zijn meestal in een drogisterij of reformhuis verkrijgbaar. Omdat er op een homeopathisch geneesmiddel in Nederland sinds juli 2012 geen indicatie meer vermeld mag staan en complexmiddelen juist op geleide van hun indicatie worden gebruikt, zijn veel van deze complex-middelen van de markt verdwenen.
Isopathie, het aansluiten bij de oorzaak
Onder isopathie wordt verstaan: het voorschrijven van een gepotentieerde homeopathische bereiding gekozen op grond van de oorzaak van de klachten. Hierbij wordt niet zoals in de homeopathie een gelijkend middel gekozen, maar een “iso”-middel, een zelfde-middel.
Voorbeelden van isopathie:
patiënten met de ziekte van Pfeiffer kunnen in hun herstel ondersteund worden door het homeopathisch middel gemaakt van het gedode Epstein Bar virus in potentie toe te dienen, patiënten die klachten hebben na bestraling, zoals pijnlijk brandende littekens, kunnen nabehandeld worden met Radium bromatum, een radioactief element in gepotentieerde vorm.
Deze methode ligt dicht tegen de homeopathie aan. Ook hier gaat het om activering van het zelfherstel. Deze methode wordt vaak gebruikt om klachten na vaccinaties na te behandelen. Het kan zijn dat na een vaccinatie van een kind gezondheidsproblemen door ouders worden gemeld. Een isopathische behandeling van de vaccinatie met het gepotentieerd vaccin kan het herstel en verdere ontwikkeling van het kind bevorderen.
Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek heeft de werkzaamheid van de isopathie bij intoxicaties op cellen, planten en dieren aangetoond.