“Alle dertien goed!”
Antwoorden op dertien belangrijke vragen over homeopathie
Homeopathie is omstreden.
Bekende personen, van politici tot (wetenschaps) journalisten, columnisten en zelfs cabaretiers zetten zich geregeld af tegen homeopathie, maar slechts weinig mensen hebben echt de gelegenheid genomen om de feiten over homeopathisch onderzoek te lezen.
Op deze plaats nemen we de vaak herhaalde stellingen over homeopathie door en bekijken hoe correct ze zijn in het licht van het wetenschappelijk bewijs tot nu toe.
Deze vragen zijn overgenomen in Nederlandse vertaling van de HRI-research website, een prachtige website met veel informatie over onderzoek naar homeopathie. (zie https://www.hri-research.org/resources/homeopathy-faqs/)
1. Welk wetenschappelijk bewijs is er dat homeopathie werkt?
Eind 2022 waren er 271 gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken naar homeopathische behandelingen voor 144 medische aandoeningen gepubliceerd in peer-reviewed tijdschriften met voldoende informatie om de resultaten te analyseren.
Hiervan waren 157 dubbelblinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde onderzoeken voor 95 verschillende medische aandoeningen:
43% was positief (67 onderzoeken) – er werd vastgesteld dat homeopathie effectief was
3% was negatief (5 onderzoeken) – hieruit bleek dat homeopathie niet effectief was
54% was onduidelijk (85 onderzoeken)
157 DB-RCT’s van homeopathie (eind 2022)
Zie Volledige lijst van dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde onderzoeken 1
Studies uitgesloten: Non-peer-reviewed tijdschriften en andere niet-academische bronnen;
niet-menselijke studies; profylaxe studies; cross-over design; enkelblinde trials.
Hoe verhoudt zich dit tot het bewijs voor conventionele geneeskunde?
1128 systematische reviews van RCT’s van conventionele geneeskunde
Een analyse van 1128 systematische reviews van RCT’s van conventionele geneeskunde had opvallend vergelijkbare bevindingen wat betreft het aandeel positieve klinische onderzoeken 2
45% was positief – de behandelingen waren waarschijnlijk heilzaam
10% was negatief – de behandelingen waren waarschijnlijk schadelijk
45% was niet overtuigend – het bewijs ondersteunde noch het voordeel noch de schade.
Hoewel de algemene balans van het bewijs in grote lijnen gelijk is voor homeopathie en conventionele geneeskunde, is het belangrijk om te erkennen dat er een enorm verschil is in de hoeveelheid onderzoek die werd uitgevoerd. Grafiek A toont een analyse van 157 studies op een totaal van 271 individuele onderzoeken naar homeopathie. Grafiek B toont daarentegen een analyse van 1128 van de meer dan 4000 Cochrane systematische reviews over conventionele geneeskunde die in 2011 werden gepubliceerd, waarbij telkens meerdere individuele onderzoeken werden geanalyseerd.
Dit benadrukt de behoefte aan meer onderzoek naar homeopathie, met name grootschalige herhalingen van hoge kwaliteit van de meest veelbelovende positieve studies.
Het verschil in kwantiteit is ook niet verrassend als je bedenkt dat slechts een klein deel van de beschikbare financiering wordt toegewezen aan onderzoek naar ‘complementaire en alternatieve geneeswijzen’ (CAM).
Uit een analyse in het Verenigd Koninkrijk bleek bijvoorbeeld dat slechts 0,0085% van het totale medische onderzoeksbudget werd besteed aan CAM 3. En in de VS wordt <0,4% van het gevraagde jaarlijkse medische budget van $51,1 miljard toegewezen aan CAM 3 voor gebruik door het National Center for Complementary and Integrative Health 4.
- Volledige lijst van gerandomiseerde placebogecontroleerde onderzoeken in tabel A
Link https://www.hri-research.org/resources/homeopathy-faqs/scientific-evidence-for-homeopathy/placebo-controlled-trials-of-homeopathic-treatment - Boas PJFV, Spagnuolo RS, Kamegasawa A, et al. Systematic reviews showed insufficient evidence for clinical practice in 2004: what about in 2011? De volgende oproep voor het evidence-based medicine tijdperk. J Eval Clin Pract, 2013; 19(4):633-7 | PubMed
- Lewith GT. Financiering voor CAM. BMJ, 2007; 335(7627): 951. | PubMed
- Het National Institutes of Health (NIH) Office of Budget stelt dat de NIH in 2023 $51,1 miljard heeft gevraagd voor het volgende fiscale jaar. Het door de NIH gefinancierde National Center for Complementary and Integrative Health (NCCIH) had voor 2023 een budget van $170,3 miljoen, waarvan $89,9 miljoen werd gebruikt voor onderzoekssubsidies. Dus <0,4% (0,33% = $170,3 miljoen/$51,1 miljard) van het NIH-budget was voor geïntegreerde geneeskunde.
Voor een meer diepgaande, rigoureuze analyse van placebogecontroleerde onderzoeken naar homeopathie, zie het programma van systematische reviews van Dr. Robert Mathie
Link https://www.hri-research.org/resources/essentialevidence/clinical-trials-overview/
2. Zijn er onderzoeken van goede kwaliteit, die aantonen dat homeopathie werkt?
Veel mensen geloven dat alle Randomised Controlled Trials (RCT’s) van hoge kwaliteit, die de homeopathie onderzochten, negatief zijn geweest. Dit is niet waar.
Hieronder staan voorbeelden van positief onderzoek van hoge kwaliteit, zowel RCT’s als systematische reviews / meta-analyses, die verschillende soorten homeopathische behandelingen onderzochten:
- Geïndividualiseerde homeopathische behandeling voor diarree bij kinderen. Een meta-analyse van drie placebo-gecontroleerde gerandomiseerde trials van Jacobs et al. 2003, liet zien dat homeopathische behandeling de duur van de diarree deed afnemen (p=0.0008) [1]
- Geïndividualiseerde homeopathische behandeling voor oorontstekingen (otitis media) bij kinderen.[2][3]
- Het homeopathische geneesmiddel Galphimia glauca voor hooikoorts (allergische rhinitis) [4].
- Het isopathische (link) geneesmiddel “Pollen” 30C voor hooikoorts[5].
- Het homeopathische complexmiddel Vertigoheel voor duizeligheid.[6]
Meer onderzoek is nodig om deze uitkomsten van deze veelbelovende studies te bevestigen, vooral door onderzoek op grote schaal en uitgevoerd door andere onderzoeksteams.
Om meer te weten te komen over veel belovende onderzoeksterreinen van klinische research, zie:“Homeopathy on trial -The need for targeted research” van Tournier & Roberts, 2013.
De kwestie “cherry picking”
Onder “cherry picking” verstaat men de gewoonte alleen de positieve onderzoeken van een bepaalde behandeling te publiceren en aan te halen, terwijl men de daarmee negatieve onderzoeken weg laat. Dit kan een verkeerd beeld van het bewijs geven en daarom is er een recente ontwikkeling de onderzoeksinstituten en de geneesmiddelfabrikanten te dwingen al hun onderzoeksresultaten -zowel positieve, als negatieve – openbaar te maken, zodat de balans betreft het bewijs in zijn geheel bekeken kan worden.
Als er sterk positieve resultaten aan critici van homeopathie worden voorgelegd, dan beweren ze vaak dat het om “cherry picking” gaat, omdat er nog andere, negatieve onderzoeken zijn over homeopathie. Echter, deze negatieve onderzoeken zijn alleen relevant als ze dezelfde homeopathische behandeling voor dezelfde aandoening betreffen.
In het geval van de bovenstaande studies zijn er, bij ons weten, geen andere herhaalde onderzoeken met een negatief resultaat, dus is het bewijs onweerlegbaar. In de gepubliceerde onderzoeken naar homeopathische behandelingen is het percentage negatieve / onbesliste uitkomsten vergelijkbaar met dat van onderzoeken naar reguliere behandelingen. Zie ook bewering 1:
De noodzaak bestaande studies te herhalen
Daar het onderzoek van homeopathie een relatief nieuw onderzoeksterrein is en er slechts weinig fondsen zijn voor nieuwe onderzoeken, zijn er ook weinig studies van hoge kwaliteit uitgevoerd, laat staan herhaald – hetgeen we graag anders zouden zien.
Zodra er meer studies beschikbaar zijn, die dezelfde homeopathische behandelingen verder zouden onderzoeken, zal de bewijsvoering duidelijker worden doordat eerdere uitkomsten zullen worden bevestigd of door de nieuwe uitkomsten worden weerlegd.
3. Waarom denken deskundige wetenschappers dat homeopathie mogelijk is?
Niet alle wetenschappers denken dat homeopathie onmogelijk is. Professor Luc Montagnier, die de Nobelprijs in 2008 won voor zijn rol bij het ontdekken van het HIV virus, zegt dat homeopaten terecht hoge verdunningen gebruiken.
Toen bij een interview voor Science magazine werd gevraagd: “Denkt u dat homeopathie iets is…”? antwoordde hij “… Wat ik er nu over kan zeggen is dat de hoge verdunningen goed zijn. Hoge verdunningen van een stof zijn niet niets. Het gaat om waterstructuren die op de originele moleculen lijken.[1]
Meer
Wetenschap is een veld dat voortdurend in ontwikkeling is en wat het wetenschappelijk establishment op een bepaalde tijd beweert dat “onmogelijk” is, kan op een later moment een bewezen “feit” blijken te zijn.
Om maar een beroemd voorbeeld van een medische u-bocht uit 1982 te noemen, toen dr. Barry Marshall en dr. Robin Warren voor het eerst hun theorie naar voren brachten dat een bacteriële infectie de onderliggende oorzaak was van maagzweren, werd hun idee belachelijk gemaakt.[2]
Wetenschappers beweerden dat het onmogelijk was voor bacteriën in de zure omgeving in de maag te overleven, laat staan om daar te groeien. Maar jaren later werden Marshall en Warren in het gelijk gesteld toen uiteindelijk werd geaccepteerd dat de Helicobacter pylori infectie inderdaad de meest voorkomende oorzaak van maagzweren is.
In 2005 werden ze geëerd met de Nobelprijs voor fysiologie. In de toelichting op de prijs werden de artsen geprezen voor hun vasthoudendheid en bereidheid heersende dogma’s aan te vechten.
Terwijl wetenschappers doorgaan te onderzoeken hoe homeopathische geneesmiddelen een biologische werking hebben, moeten we misschien wat voorzichtiger zijn bij het gebruik van het woord “onmogelijk” als we het over medische wetenschap hebben.
[1] Martin Enserink “French Nobelist Escapes “Intellectual Terror” to Pursue Radical Ideas in China”. Science, 2010; 330(6012): 1732 | Sciencemag | FullText
[2] Pincock S. Nobel Prize winners Robin Warren and Barry Marshall. Lancet, 2005; 366(9495):1429 | FullText
4. Hoe weten we dat homeopathische geneesmiddelen niet gewoon "suikerkorrels " zijn?
Laboratoriumexperimenten hebben aangetoond dat homeopathische medicijnen niet zomaar suikerpilletjes zijn.
Critici van de homeopathie wijzen op het feit dat homeopathische geneesmiddelen zo sterk verdund zijn dat er “niets” in zit.
Dit komt doordat de vloeistof die gebruikt wordt bij de bereiding van homeopathische geneesmiddelen soms verdund wordt in stappen tot boven de drempel 10-23, bekend als het getal van Avogadro. Dat betekent dat de vloeistof zo hoog verdund is dat je niet verwacht dat de oplossing nog moleculen van de oorspronkelijke stof bevat.
Het zijn daarom deze “ultra-hoge verdunningen” (homeopathische geneesmiddelen boven de C12 of D24) die tegenstand oproepen, omdat ze duidelijk niet op dezelfde manier kunnen werken als reguliere medicijnen, d.i. doordat moleculen een directe interactie hebben met de biochemie van het lichaam.
Researchers over de hele wereld onderzoeken het werkingsmechanisme van homeopathische geneesmiddelen. Het lijkt dat de werking eerder op natuurkundige dan scheikundige basis berust. Hoewel er verschillende theorieën bekeken zijn, begrijpen we tot op heden niet hoe homeopathische geneesmiddelen werken.
Wat we wel weten is dat vele laboratoriumstudies hebben aangetoond dat “ultra-hoog” verdunde homeopathische geneesmiddelen een biologisch effect hebben, een werking die je niet zou zien als het alleen om water of “zomaar suikerpilletjes” zou gaan.
Voorbeelden:
Toevoegen van homeopathisch (gepotentieerd) histamine aan basofiele (witte bloedcellen) kan deze cellen aanzetten histamine af te geven.
Meer:
Homeopathisch (gepotentieerd) thyroxine, bij de ultra-hoge verdunning van D30, vertraagt de mate waarin kikkervisjes overgaan naar het kikker-stadium.[8]
Meer:
Zijn dit slechts artefacten vanwege slecht onderzoek?
Deze bewering houdt geen stand bij nader onderzoek want ook experimenten die voldoen aan een hoge methodologische standaard, kunnen ultra-hoge verdunningen (ofwel hoge potenties) effecten laten zien [1].
Waarom worden deze resultaten door sommige wetenschappers niet geaccepteerd?
Tot nu toe is geen positief resultaat stabiel genoeg gebleken om altijd te worden gereproduceerd door alle onderzoekers. Tegen de 75% van de in vitro experimenten met ultra-hoge verdunningen laten een effect zien en bijna 75% van de herhaalde experimenten is positief gebleken [1].
Naar gelang wetenschappers meer ervaring krijgen met het onderzoek naar ultra-hoge verdunningen, begrijpen ze gaandeweg welke factoren de resultaten beïnvloeden en als gevolg hiervan verbetert de reproduceerbaarheid[9]. De bovenstaande experimenten met basofielen en kikkers zijn tot nu toe het best reproduceerbaar gebleken en vooruitgang is geboekt bij het vinden van de best te reproduceren experimenten gedaan met planten.
Echter totdat een experiment verkregen wordt dat door elk team herhaalbaar is met telkens hetzelfde effect, zal dit veld van onderzoek controversieel blijven. Dit is de blijvende uitdaging voor onderzoekers op het terrein van fundamenteel onderzoek in de homeopathie.
De sleutel lijkt te liggen in de wijze waarop homeopathische geneesmiddelen worden bereid.
Homeopathische geneesmiddelen worden gemaakt van planten, chemische stoffen, mineralen en van dierlijk materiaal. De uitgangsstof wordt verdund, dan krachtig geschud. Het aantal keer dat deze procedure wordt herhaald, bepaalt de potentie van het geneesmiddel. Bijvoorbeeld een C6 geneesmiddel is dan 6 keer achtereen in stappen 1:100 verdund en geschud.
Als je enkel de grondstof keer op keer verdunt, blijft een inactieve oplossing over die niet meer is dan “water”; het zijn de tussen iedere verdunningsstap toegevoegde schudbewegingen, die de informatie van de originele stof overbrengt op de water/alcohol oplossing.
Dit idee wordt ondersteund door experimenten, die tonen dat niet-geschudde oplossingen inactief zijn, maar geschudde oplossingen biologische effecten kunnen oproepen, hetgeen doet vermoeden dat dit aspect van het bereidingsproces essentieel is voor het bereiden van homeopathische geneesmiddelen[10].
Welke fysisch-chemische veranderingen het schudden veroorzaakt in het water en hoe dit schudden water mogelijk maakt de informatie van de erin opgeloste substantie over te nemen, zijn de grote vragen die onderzoekers proberen te beantwoorden.
5. Heeft homeopathie meer voordelen dan alleen placebo effecten?
Er wordt vaak beweerd dat homeopathische geneesmiddel slechts “suikerpilletjes” zijn, die geen actieve bestanddelen bevatten, dus dat elk positief effect dat door de patiënt wordt gemeld geheel aan placebo werking toe te schrijven is. Met andere woorden, mensen geloven dat de pilletjes gaan helpen en dat dit geloof alleen al een helende werking op gang brengt.
Bij elke medische behandeling is er een zekere mate van “placebo-effect” en in dit opzicht is het met homeopathie niet anders, maar de theorie dat homeopathie enkel een placebo reactie is wordt niet ondersteund door wetenschappelijk bewijs.
Als homeopathie werkelijk alleen een placebowerking heeft, dan kan het volgende niet verklaard worden:
- De aanwezigheid van positieve, placebo-gecontroleerde onderzoeken van hoge kwaliteit.
Deze onderzoeken zijn speciaal ontworpen om de placebowerking te onderscheiden van het echte klinische effect van de onderzochte behandeling. - Homeopathische geneesmiddelen hebben effecten in laboratoriumexperimenten.
Effecten zijn waargenomen op witte bloedcellen, kikkers en tarweplanten, om maar een paar voorbeelden te noemen. - Het feit dat homeopathie kan werken bij dieren.
Een volgens strenge regels uitgevoerd onderzoek liet zien dat homeopathische medicijnen E.coli diarree bij biggetjes kan voorkomen[1]- een groot probleem voor de commerciële veeteelt.
Zie ook bewering 1 en bewering 2
Lees meer over dergelijke beweringen:
Zie: Rapport Australische overheid over homeopathie. “Homeopathie helpt voor niets en doet niet meer dan een placebo”
Zie: Rapport voor het UK parlement over homeopathie. “In het rapport werd gekeken naar bewijs en beweerd dat het enkel placebowerking is. “
[1] Camerlink I, Ellinger L, Bakker EJ, Lantinga EA. Homeopathy as replacement to antibiotics in the case of Escherichia coli diarrhoea in neonatal piglets. Homeopathy, 2010;99: 57–62 | PubMed
6. Is homeopathie kosten effectief?
Sommigen nemen het standpunt in dat publiek geld niet besteed zou moeten worden aan homeopathie omdat “er geen bewijs is dat het werkt” of “geld van belastingbetalers zou niet moeten worden uitgegeven aan placebo’s”.
Hoeveel wordt er uitgegeven aan homeopathie?
Als we naar de situatie in GB kijken wordt:
- In 2016 werd 92,412 pond uitgegeven aan 40 000 homeopathische voorschriften van een totale uitgave van 9,2 biljoen pond.[1];
- van het totale NHS budget van 100 miljard pond per jaar, wordt ruwweg 4 miljoen pond (0,004%) aan homeopathie besteed [2]. De 4 miljoen pond beslaat de hele homeopathische dienstverlening, van het laten draaien van de ziekenhuisafdelingen tot het betalen van de artsen.
Als het om waar voor je geld gaat dan moet men beseffen dat als deze patiënten niet met homeopathische geneesmiddelen behandeld zouden zijn, ze behandeld hadden moeten worden door andere NHS-afdelingen die veel duurdere reguliere medicatie gebruiken.
Besluitvorming op basis van “evidence”
Sommigen brengen naar voren dat de NHS niet zou moeten betalen voor homeopathie omdat het niet wetenschappelijk bewezen is dat het werkt, terwijl reguliere medicijnen “bewezen en beproefd“ zijn. Verrassend genoeg is deze kwestie eigenlijk niet zo zwart-wit als men zou denken.
Een artikel in het prestigieuze British Medical Journal (BMJ [3]) waarin gekeken werd naar het wetenschappelijk bewijs achter de NHS behandeling, laat zien dat van slechts 11% van de 3000 veel gebruikte NHS behandelmethoden vaststaat dat ze werkzaam zijn.
Deze gegevens laten duidelijk zien dat de NHS voor vele behandelingen naast de homeopathie betaalt waarvan het bewijs nog steeds onduidelijk is.
Welk bewijs is er dat homeopathie de NHS-patiënten helpt?
In vijf gepubliceerde observationele studies (link) uitgevoerd van 1999 tot heden zijn de behandelresultaten van patiënten in NHS homeopathische ziekenhuizen nagegaan. Deze studies laten consequent zien dat patiënten klinisch verbeteren bij het volgen van de homeopathische behandeling (vaak voor chronische, moeilijk te behandelen aandoeningen); sommige studies laten zien waar nog verder economisch voordeel te behalen is, zoals vermindering van het voorschrijven van reguliere medicijnen.
Bijvoorbeeld: de grootste studie, gedaan bij het Bristol Homeopathic Hospital, volgde 6.500 opeenvolgende patiënten met meer dan 23.000 bezoeken over een periode van 6 jaar [4]. 70% van de patiënten die voor een follow-up kwamen, gaven verbetering van hun gezondheid, 50% gaf zelfs een grote verbetering aan.
Meer:
Nog een voorbeeld: Een peiling bij het Royal London Homeopathic Hospital van 500 patiënten liet zien dat vele patiënten die een homeopathische behandeling kregen, in staat waren hun reguliere medicatie te verminderen of te stoppen[5].
Meer:
Bij het beoordelen van deze klinische resultaten is het belangrijk in gedachten te houden dat NHS- patiënten meestal verwezen worden voor homeopathische behandeling omdat de reguliere geneesmiddelen onvoldoende resultaat gaven of reguliere behandeling in hun geval gecontraindiceerd was. Men moet zich afvragen wie, als deze homeopathische behandelingen niet beschikbaar zouden zijn, dan deze patiënten had kunnen behandelen? Hoe ethisch is het een behandelmogelijkheid op te heffen, die momenteel door patiënten gewaardeerd wordt, zonder hen een goede andere behandelmogelijkheid te bieden?
Interessant is eenzelfde soort onderzoek uit Frankrijk:
Homeopathie wordt veel gebruikt in Frankrijk en in een grote studie, EPI3, (8559 patiënten) werd de effectiviteit van de homeopathische behandeling aangetoond.[6] onder patiënten, die verschillende huisartspraktijken bezochten. Onder de schrijvers van deze studie, bevonden zich Lucien Abenhaim – voormalig Directeur Generaal Gezondheidszorg (Surgeon General) in Frankrijk – en leden van gerespecteerde academische instellingen zoals Institut Pasteur in Parijs, Universiteit van Bordeaux en McGill University te Montreal.
Twee voornaamste uitkomsten van het EPI3 project:
- Bovenste luchtweginfecties – patiënten door huisartsen behandeld die opgeleid zijn in de homeopathie, knapten net zo goed op als die patiënten die regulier werden behandeld, echter de homeopathisch behandelden gebruikten minder reguliere medicatie.[7]
Meer:
- Spier- en gewrichtsaandoeningen – patiënten behandeld met homeopathie deden het klinisch net zo goed als de patiënten die met reguliere medicatie werden behandeld, maar gebruikten slechts de helft van de NSAID’s en hadden minder bijwerkingen die met NSAID- gebruik gepaard gaan[8].
Meer:
- Slaapstoornissen, angst en depressieve aandoeningen (SADA) – Patiënten behandeld door gediplomeerde homeopathische artsen kregen minder psychofarmaca voorgeschreven. [9]
Meer:
7. Hoe verhoudt homeopathie zich tot de conventionele geneeskunde?
Studies die de effectiviteit van homeopathische en reguliere geneesmiddelen vergelijken hebben laten zien dat homeopathie dezelfde goede resultaten op kan leveren als reguliere medicijnen of zelfs betere.
Geïndividualiseerde homeopathische behandeling
Depressie
Een recent gerandomiseerd, placebo-gecontroleerd onderzoek onderzocht de effectiviteit van geïndividualiseerde homeopathische behandeling en de effectiviteit van fluoxetine (bekend als Prozac) voor matige tot ernstige depressies bij vrouwen in de menopauze[1].
Beide behandelingen werden veilig bevonden en bleken een significant andere werking te hebben dan dat van een placebo. Homeopathie gaf een betere klinische verbetering van de symptomen van de depressie dan de fluoxetine en verbeterde daarnaast de symptomen van de menopauze, hetgeen de fluoxetine niet deed.
Meer:
Oorontstekingen bij kinderen
Een pragmatisch gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek in India van 81 kinderen met oorontstekingen (acute otitis media) gaf als uitkomst dat de geïndividualiseerde homeopathische behandeling even effectief was als de reguliere behandeling met pijnstillers, koortsverlagende medicijnen, ontstekingsremmers en antibiotica, indien geindiceerd.[3]
Meer:
Resultaten van 80 patiënten, 40 regulier behandeld en 40 homeopathisch, werden geanalyseerd. In de reguliere groep waren 40 genezen (100%), in de homeopathie groep 38 (95%), waarbij twee patiënten (5%) de laatste twee follow-ups misten. Op de 3e dag was 1 patiënt genezen in de reguliere groep tegenover 4 patiënten in de homeopathie groep. In de reguliere groep werd bij 39 patiënten antibiotica voorgeschreven (97,5%), geen antibiotica waren nodig in de homeopathie groep. Alhoewel de homeopathische behandeling individueel gericht was met een grote keus uit vele geneesmiddelen, kreeg 85 % van de homeopathische patiënten één middel uit een groep van slechts zes verschillende homeopathische geneesmiddelen. Daar er een algemene, sterke behoefte is het gebruik van antibiotica te verminderen, zouden wij graag zien dat dit onderzoek op een grotere schaal in verschillende landen herhaald wordt om te zien of dezelfde resultaten opnieuw verkregen worden. Als dat zo is, dan zou geïndividualiseerde homeopathische behandeling een alternatief zijn voor het gebruik van antibiotica bij oorontstekingen bij kinderen.
Bovenste luchtweginfecties
Bij een multicenter internationale studie werd gevonden dat homeopathische behandeling in de eerste lijn niet minder scoorde dan reguliere behandeling voor acute bovenste luchtweginfecties en oorklachten[4]. De studie evalueerde 1577 patiënten, die of homeopathische of reguliere behandeling kregen in een totaal van 57 eerstelijns praktijken in 8 landen (Oostenrijk, Duitsland, Nederland, Rusland, Spanje, Oekraïne, de UK en de VS).
Niet-geïndividualiseerde homeopathische producten
Duizeligheid
Vier clinical trials (2 RCT’s en 2 observationele studies) vergeleken het homeopathische complexmiddel “Vertigoheel” met andere bestaande behandelingen voor duizeligheid. Een meta-analyse van de vier studies bevond Vertigoheel niet minder werkzaam dan betahistine of dimenhydrinate gemeten naar het aantal duizeligheidsperioden, de duur ervan en de intensiteit[5].
Uitkomsten van observationele patiënt-studies voor verschillende aandoeningen.
Chronische aandoeningen in de huisartspraktijk
Een studie in Duitsland van 493 patiënten, die door huisartsen behandeld werden voor chronische aandoeningen, liet zien dat homeopathie betere klinische resultaten gaf dan reguliere behandeling tegen dezelfde kosten.[6]
Meer:
Aandoeningen die werden behandeld waren hoofdpijn, lage rugpijn, depressie, slapeloosheid, en sinusitis bij volwassenen en atopisch eczeem, allergische rinitis en astma bij kinderen. Deze studie is gepubliceerd in 2005 en de verzekeringsmaatschappij (Innungskrankenkasse Hamburg) is tot op heden doorgegaan met het vergoeden van homeopathische behandeling.
Wij zouden graag zien dat deze studie werd herhaald in andere landen en op een grotere schaal om te zien of weer dezelfde resultaten worden behaald.
8. Is homeopathisch onderzoek van de hoogste kwaliteit?
Slechts één studie heeft de kwaliteit van homeopathisch onderzoek vergeleken met de kwaliteit van regulier onderzoek. Over het geheel genomen werd gevonden dat de homeopathische onderzoeken van hogere kwaliteit waren dan reguliere trials waarmee ze werden vergeleken.[1]
Onderzoekers vergeleken 110 homeopathische en 110 passende reguliere onderzoeken: 21 homeopathische trials en 9 reguliere medische onderzoeken werden als “van hoge kwaliteit” beoordeeld. (19% van de homeopathische trials en 8% van de reguliere medische onderzoeken).
Deze studie toont dat hogere research standaarden een blijvend issue is voor zowel de homeopathie als de reguliere geneeskunde.
Het is tevens waar dat sommige homeopathie studies van slechte kwaliteit zijn, vooral die enkele tientallen jaren geleden zijn uitgevoerd. Zij voldoen niet aan de huidige kwaliteitsstandaarden.
Echter het is duidelijk niet waar dat alle homeopathische studies van slechte kwaliteit zijn. Er zijn studies van goede kwaliteit, die te zien geven dat homeopathie werkt.
[1] Shang A, Huwiler-Muntener K, Nartey L, et al. Are the clinical effects of homoeopathy placebo effects? Comparative study of placebo-controlled trials of homoeopathy and allopathy. Lancet, 2005; 366: 726–32 | PubMed
9. Wat tonen de studies naar homeopathie van de hoogste kwaliteit aan?
Onder de “beste studies” verstaan mensen meestal samenvattende systematische reviews, welke de resultaten analyseren van alle randomised controlled trials (RCT’s) die beschikbaar zijn over een bepaald onderwerp.
De meest recente en degelijke gegevens betreffend de werkzaamheid van homeopathie komen uit een meta-analyse uit 2014 van placebo-gecontroleerde dubbelblinde, gerandomiseerde onderzoeken waarbij werd gevonden dat homeopathische geneesmiddelen, voorgeschreven bij een geïndividualiseerde behandeling, 1,5- 2.0 keer meer kans hebben een gunstige werking te hebben dan een placebo.[1]
Deze studie is een van de vier meest recente uitgebreide systematische reviews uitgevoerd door Dr Robert Mathie ( van 2014 tot 2019). Mathie zegt hierover: “alles bij elkaar genomen betekent dit een overduidelijk positieve uitslag voor de homeopathie”.
Meer onderzoek is nodig om het huidige klinisch bewijs voor homeopathie te versterken en verder uit te breiden. Deze systematische reviews en meta-analyses hebben echter geholpen de meest veelbelovende onderzoeksgebieden te bepalen. Met behulp van deze reviews weten onderzoekers waar ze hun onderzoek op moeten richten als ze beleidsmakers en patiënten willen informeren over de goede mogelijkheden van homeopathische behandelingen.
Voor verdere details van deze laatste systematische reviews met de eerder verschenen systematische reviews van homeopathie (1991-2005) zie “overzicht klinisch onderzoek HRI” (in het Engels).
Als er positieve studies zijn, waarom weigeren sommige mensen te accepteren wat dit bewijs zegt?
Deze kwestie lijkt een soort “plausability-bias” te zijn d.w.z. dat diegenen die van tevoren al de overtuiging hebben dat homeopathie onmogelijk kan werken, alle onderzoeksresultaten anders bekijken dan diegenen die veronderstellen dat homeopathie zou kunnen werken of werkt.
Reeds in 1991 gaven de auteurs van de eerste grote studie dit al duidelijk aan in hun artikel:[1]
“Het aantal positieve effecten, zelfs onder de beste studies, kwam voor ons als een verrassing. Uitgaand van dit bewijs zouden we makkelijk kunnen accepteren dat homeopathie werkzaam is, als het werkingsmechanisme maar meer geloofwaardig zou zijn.“
Het is vermeldenswaardig dat men bij het samenstellen van het NHMRC (Australische rapport, 2e versie) uit 2015 (link) niet overwogen heeft de reviews van Mathie op te nemen. Dit zou zijn omdat ze later zijn verschenen (de studie bevatte publicaties tot 2013) en omdat ze geen data bevatten betreffend afzonderlijke medische aandoeningen. Het is echter moeilijk te begrijpen waarom het EASAC rapport over homeopathie uit 2017 (link) geen melding maakt van deze vier reviews, terwijl ze toch zeer relevant zijn en de betrouwbaarste gegevens bevatten van dat moment.
10. Hoe snijdt het homeopathische concept " het gelijke geneest het gelijkende" hout?
Homeopathie is gebaseerd op de het basisprincipe dat het gelijkende het gelijkende geneest ( “similia similibus curenter”) d.w.z. dat een substantie, die symptomen kan veroorzaken indien in grote hoeveelheid genomen, erop gelijkende symptomen kan wegnemen in een kleine dosis genomen.
Het idee dat een substantie in grote hoeveelheid schadelijk kan zijn maar in kleine dosis gegeven heilzaam kan werken, is niet nieuw voor de wetenschap. In feite is dit concept (hormesis) al tientallen jaren bekend en wordt steeds beter gedocumenteerd in vakgebieden als biologie en toxicologie.
Er zijn ook voorbeelden van het similia-principe in de reguliere geneeskunde en wel:
- Digitalis veroorzaakt in hoge doses hartritmestoornissen maar dit geneesmiddel wordt routinematig in lage doses bij de behandeling van een dergelijke aandoening gebruikt.
- De amfetamine-achtige stof Ritalin, een opwekkend middel, wordt gebruikt om Attention Deficit and Hyperactivity Disorder (ADHD) te behandelen.
- Kleine doses allergenen, zoals pollen, worden gebruikt om allergische patiënten te desensibiliseren.
Echter een belangrijk verschil met de homeopathie is dat de doses van de homeopathische geneesmiddelen zo klein zijn dat toxische bijwerkingen worden vermeden.
Homeopathische geneesmiddelen in lage potentie (potenties tot C12 of D24) zullen nog moleculen van de uitgangsstof waarvan ze zijn gemaakt, bevatten. Hierom zijn in de meeste landen geneesmiddelen gemaakt van toxische substanties slechts verkrijgbaar in de hogere potenties, vanaf de eerste veilige verdunning en hoger.
Het zijn de hogere potenties (vanaf C12 en D24) die geen moleculen bevatten van de uitgangsstof, hetgeen zeer controversieel is daar we nu het werkingsmechanisme nog niet begrijpen.
Zie ook “Homeopathie zou je niet moeten gebruiken, omdat je niet kan verklaren hoe het werkt”
11. Kunnen homeopathische geneesmiddelen gebruikt worden zonder te weten hoe ze werken?
Weten hoe een medicijn werkt is nooit een voorwaarde geweest voor het gebruik ervan. Aspirine (acetylsalicylzuur) is een van de meest gebruikte geneesmiddelen op de wereld[1], toch heeft het 70 jaar geduurd voordat het werkingsmechanisme in 1971 werd ontdekt [2] en in al die 70 jaar werd het middel gewoon voorgeschreven. Het geneesmiddel wordt momenteel nog steeds intensief onderzocht omdat het vele biologische effecten heeft, die tot op heden nog niet volledig begrepen worden.
Verschillende soorten acetylsalicylzuur werden sinds de oudheid gebruikt om pijn en koorts te behandelen beginnend met de middelen gemaakt van de natuurlijk vorm, de bladeren en schors van de wilg of populier.[1]
In 1899 werd een kunstmatige gesynthetiseerde vorm van het actieve ingrediënt goedgekeurd na klinische tests en werd het geneesmiddel “aspirine”, zoals we dat nu kennen, op de markt gebracht.
Op dezelfde wijze kent de homeopathie een lange traditie van gebruik. Dit heeft geleid tot ons klinisch inzicht van wat homeopathische geneesmiddelen kunnen doen, hetgeen vooruitloopt op ons theoretisch begrijpen van hoe deze geneesmiddelen een biologisch effect hebben.
Het ontdekken van het werkingsmechanisme zal fascinerend zijn en over de gehele wereld doen vele teams van wetenschappers momenteel fundamenteel- en basaal onderzoek om een antwoord te vinden op deze belangrijke vraag.
12. Zijn conventionele geneeskunde en homeopathie beide evidence based?
Als we reguliere en homeopathische geneeskunde bediscussiëren dan is de wetenschap meer een grijs gebied dan we wel zouden wensen.
Een analyse verschenen in het prestigieuze British Medical Journal (BMJ) [1] laat zien dat slechts van 11% van de 3000 veel gebruikte behandelingen in de NHS de gunstige werking bekend is.
Groen: heilzaam / lichtgroen: waarschijnlijk heilzaam / geel: evenwicht tussen heilzaam en schadelijk / oranje: onwaarschijnlijk dat het heilzaam is / rood: waarschijnlijk onwerkzaam of schadelijk / grijs: onbekend effect.
De hoeveelheid onderzoek gedaan binnen de reguliere geneeskunde is enorm in vergelijking met het relatief nieuwe gebied van homeopathisch onderzoek maar als men kijkt naar de verhouding bewijs – het percentage trials dat een positief effect, een negatief effect of geen uitsluitsel geeft – is de balans vrijwel gelijk voor beide disciplines. (zie bewering “Er is geen wetenschappelijk bewijs dat homeopathie werkt”)
Research moet doorgaan op alle terreinen om beleidsmakers, patiënten en behandelaars te helpen de best mogelijke besluiten te nemen, echter momenteel kan men veel van de besluiten niet baseren op wetenschappelijk bewijs, gewoonweg omdat er niet voldoende onderzoeksgegevens zijn.
[1] BMJ Clinical Evidence, Efficacy Categorisations. 2017. Available from http://clinicalevidence.
13. Homeopathie is "echte wetenschap".
Er zijn critici die stellen dat homeopathie een “pseudowetenschap” is en alleen niet-wetenschappers in dit onderwerp geïnteresseerd zijn.
In feite voeren wetenschappers aan hooggewaardeerde universiteiten, researchinstellingen en ziekenhuizen over de hele wereld onderzoek uit naar homeopathie waarbij ze dezelfde onderzoekstechnieken gebruiken als waaraan reguliere medische behandelingen worden onderworpen.
Homeopathisch onderzoek is een relatief nieuw onderzoeksgebied maar het aantal artikelen verschenen in peer-reviewed tijdschriften is significant gestegen de laatste 40 jaar.
Deze achterstand ten opzichte van de reguliere geneeskunde is nauwelijks verrassend te noemen als men het gebrek aan fondsen bekijkt dat beschikbaar is – bijvoorbeeld in het VK wordt minder dan 0,0085% van het budget voor medisch onderzoek besteed aan onderzoek naar complementaire en alternatieve geneeskunde[1].
International Research Conferenties
Barcelona 2013 Homeopathisch onderzoek, op het scherpst van de snede
De eerste HRI Internationale Research Conferentie over Homeopathie werd gehouden te Barcelona in juni 2013. Het programma bevatte presentaties van 5 professoren en 40 artsen uit meer dan 20 landen over klinisch, experimenteel en veterinair onderzoek in de homeopathie. Abstracts, gefilmde presentaties en het conferentie rapport kunnen hier bekeken worden.
Rome 2015 Homeopathisch onderzoek, op het scherpst van de snede
De tweede HRI International Research Conferentie gehouden te Rome op 5-7 juni 2015 ging verder op het thema “Onderzoek, op het scherpst van de snede”. Het programma bevatte presentaties over klinisch, fundamenteel en basaal onderzoek gebracht door 6 professoren en 28 artsen vanuit 17 landen.
Abstracts, gefilmde presentaties en het conferentie rapport kunnen hier bekeken worden.
Malta 2017 Homeopathisch onderzoek op het scherpst van de snede
De 3 e HRI Internationale Research Conferentie werd gehouden op Malta van 9-11 juni 2017 met
opnieuw een vervolg van het thema “Onderzoek op het scherpst van de snede”. Het programma
bevatte presentaties over klinisch, fundamenteel en basaal onderzoek gegeven door 4 professoren
en 28 artsen uit 18 verschillende landen. De samenvattingen, gefilmde presentaties en conferentie
verslagen kunnen hier bekeken worden. http://www.hrimalta2017.org/
HRI London 2019 Homeopathisch onderzoek op het scherpst van de snede
De 4 e HRI Internationale Research Conferentie gehouden in London van 14-16 juni 2019 was een
waar internationaal gebeuren. Dit blijkt uit het aantal van 253 afgevaardigden uit 38 landen, en 75
researchers en artsen. Deze presenteerden de laatste bevindingen van homeopathisch onderzoek uit
27 landen. De samenvattingen, gefilmde presentaties en conferentie verslagen kunnen hier bekeken
worden.
Dus homeopathie is wel degelijk Wetenschappelijk.
Gekwalificeerde wetenschappers van gerespecteerde instituten verrichten momenteel homeopathisch onderzoek van hoge kwaliteit m.n. basaal onderzoek, klinisch onderzoek en veterinair onderzoek. Zij rapporteren positieve resultaten die gepubliceerd worden in peer-reviewed wetenschappelijke literatuur. Daarom is de enige basis voor het argument dat het pseudowetenschap is, het feit dat we niet weten hoe het werkt.
Het is gebruikelijk dat als er een verschijnsel wordt waargenomen dat niet verklaard kan worden met de kennis van de huidige wetenschap, het nieuw onderzoek stimuleert – het wordt dan niet als “onwetenschappelijk” terzijde geschoven enkel omdat het nog niet begrepen wordt.
[1] Lewith GT.Funding for CAM. BMJ., 2007; 335(7627):951. | Link