Wat zijn de bronnen van geneesmiddelen waar de homeopathie uit put?
Men kan zeggen dat alle stoffen die na inname tot symptomen leiden als geneesmiddel te gebruiken zijn. Als men een geneesmiddelproef goed uitvoert, voldoende tijd neemt en ook de proef met potenties uitvoert blijken vrijwel alle stoffen in de natuur symptomen te geven. Ook geneesmiddel-proeven met door de mens zelf ontwikkelde chemische stoffen, zoals ook reguliere geneesmiddelen, geven een uitgebreid geneesmiddelbeeld.
Hahnemann zelf was ooit begonnen met die stoffen te onderzoeken die in zijn naaste omgeving als arts voorhanden waren, dus de in zijn tijd veel gebruikte geneesmiddelen.
Een geneesmiddelproef wordt in principe met een enkelvoudige stof uitgevoerd of in de samenstelling waarin het in de natuur voorkomt.
Men kan een onderverdeling maken naar aard en oorsprong van de grondstoffen:
- Plantaardige grondstoffen. Veelal wordt de verse plant als uitgangsstof genomen, soms een tinctuur of gedroogde plantendelen, als het om uitheemse planten gaat. Dit is verreweg de grootste groep homeopathische geneesmiddelen.
Voorbeelden:
Belladonna, de atropine bevattende plant, wolfskers,
Chamomilla, de echte kamille,
Bambusa, bamboe.
Door nieuw onderzoek van momenteel nog voor de homeopathie onbekende planten komen er geregeld nieuwe grondstoffen bij.
- Chemische elementen, mineralen en chemische verbindingen, ook dit is een grote rijke bron aan stoffen.
Voorbeelden:
Elementen: Phosphorus (fosfor), Sulphurus (zwavel), Mercurius (kwik).
Zouten: Kalium bichromicum (kalium bichromaat), Natrium muriaticum (natriumchloride), Magnesium phosphoricum (magnesiumfosfaat).
Chemische verbindingen: Causticum Hahnemanni, (een door Hahnemann ontwikkelde chemische verbinding), Petroleum (fractie van ruwe aardolie); Glonoinum (nitroglycerine).
- Dierlijke grondstoffen, gifstoffen uit het dierenrijk waren oorspronkelijk het uitgangspunt.Voorbeelden: Apis (bijengif), Lachesis (gif van de bosmeesterslang uit Suriname), Tarentula hispanica ( gif van de tarentula spin) en Sepia (de zwarte inkt van de inktvis).Later zijn ook minder toxische stoffen als geneesmiddel onderzocht en waardevol gebleken, zoals Lac caninum (hondenmelk) en Calcarea carbonica (verwreven oesterkalk).
- Nosoden, van oorsprong homeopathische bereidingen gemaakt van ziekteproducten van mens en dier, of van een bepaalde ziekteverwekker. Aanvankelijk in de homeopathie terecht gekomen als mogelijkheid om de ziekte waar de nosode van afkomstig was isopathisch (= behandeling met hetzelfde middel) te behandelen, bijvoorbeeld Tuberculine (preparaat van gedood tuberculeus materiaal) als middel ter behandeling van Tuberculose. Echter bij het nader onderzoek en gebruik in de praktijk bleken deze middelen veel rijker in hun symptomatologie dan hun oorsprong deed vermoeden. Ook ziektebeelden die niets met de oorspronkelijk ziekte te maken hebben bleken goed te kunnen reageren. Zo is Tuberculinum een prachtig middel voor kinderen die vatbaar zijn voor luchtweginfecties, maar ook bij gedragsproblemen van kinderen kan dit middel prima werken. Een ander voorbeeld is Medorrhinum, de nosode van de gonorroe.Voorbeelden: Pertussinum, nosode van de kinkhoest, M. Pfeiffer nosode.