LM-potenties

De LM potenties ook wel Q potenties genoemd, worden volgens een eigen procedure bereid. Uitgangsstof is een C3 van de te potentiëren stof, waarna via  1:100 potentieren en vervolgens impregneren op globuli, per potentiestap een verdunning van 1:50 000 wordt bereikt. Hahnemann heeft deze potentievorm op het eind van zijn leven in Parijs ontwikkeld en beschreven in de laatste editie van het Organon (paragraaf 270). Pas in 1921 werd deze laatste editie gepubliceerd en nog later, rond 1960,  zijn de LM potenties in gebruik gekomen, ongeveer 120 jaar na de dood van Hahnemann dus. Voor Kent, een van de belangrijkste personen in de “klassieke homeopathie” en zijn volgers,  waren de LM potenties onbekend.De LM-potenties worden de laatste jaren veelvuldig gebruikt, ook in Nederland.Ze kenmerken zich door diepgaande maar milde en korte werking, zodat de therapie makkelijker te sturen is in vergelijk met de hoge éénmalige dosis van C en K potenties. Ze zijn vaak goed te combineren met  een noodzakelijke reguliere medicatie. Veel gebruikte potenties: LM1, LM3, LM6 etc.

Zie website: LM-potenties

Synoniemen:
LM potenties Q potenties