Onderzoek naar het similia-principe

Vergeleken met het onderzoek naar de werking van homeopathische hoogpotenties is er veel minder onderzoek gedaan naar het similia-principe, de basis van de homeopathie. Dit terwijl toch vanuit wetenschappelijke kring grote twijfel bestaat over de zinnigheid van dit principe. Hoewel er minder studies zijn, bestaat er wel kwalitatief goed onderzoek, vooral door de Nederlandse celbiologen Wiegant en van Wijk. Zij onderzochten de geldigheid van dit principe op cellulair niveau. Er wordt door hen gesproken over “postconditioning hormesis”, hieronder wordt verstaan: “Schade door een hoge dosis stress kan worden verminderd door een nabehandeling met een lage dosis van dezelfde stressor. Hier ligt een opvallende gelijkenis met het similia-principe, maar nu op celniveau. “De lage dosis stress haalt als het ware het beschadigde systeem uit de knoop en ondersteunt het herstel. “

De levercel is hierbij een bruikbaar onderzoeksmodel gebleken. Na blootstelling aan een vorm van stress, bijvoorbeeld hitte, is het zelfherstel te herkennen aan eiwitpatronen, die gevormd zijn als reactie op de stress. De patronen van de herstelbevorderende eiwitten verschillen per type cellstress. Onderzoek naar het effect van lage doses van deze diverse stress-typen eiwitten op de overleving van beschadigde cellen, heeft inmiddels aangetoond dat het overlevingspercentage toenam naar mate de patronen van de stress-eiwitten meer gelijkenis vertoonden met de eiwitten gevormd als reactie op de oorspronkelijke stressor[13] [14].

Meer informatie in: Rapport WissHom: Stand van het fundamenteel onderzoek in de homeopathie; Stephan Baumgartner (2016)

[13] van Wijk R, Wiegant FAC. Postconditioning hormesis and the similia principle. Frontiers in Bioscience. 2011;E3:1128-38 | PubMed
[14] Wiegant F, Van Wijk R. The similia principle: Results obtained in a cellular model system. Homeopathy. 2010;99(1):3-14 | PubMed

Share This