Geïnspireerd door Vithoulkas en Geukens ontwikkelde de Nederlandse arts Jan Scholten een nieuwe manier van homeopathische geneesmiddelkeus, de groepsanalyse. Homeopathische geneesmiddelen kan men in verschillende groepen of families indelen. Zo kennen we binnen het periodiek systeem der scheikundige elementen groepen, zoals bijvoorbeeld de halogenen. Scholten begon met onderzoek naar de relatie tussen de elementen in het periodiek systeem wat betreft hun homeopathische thematiek.
Door beelden van de bekende middelen binnen de groep of familie met elkaar te vergelijken en overeenkomsten te zoeken ontdekte hij dat men per groep geneesmiddelen verschillende thema’s kan onderscheiden. Hierdoor kon hij ook voorspellingen doen over de werkzaamheid van nog niet beschreven elementen. Later is hij dezelfde methode gaan toepassen op de plantaardige homeopathische geneesmiddelen. Planten zijn ingedeeld volgens een botanisch systeem waarin families worden onderscheiden, zoals bijvoorbeeld de nachtschaden (solanaceae). Ook binnen plantenfamilies vond hij analoog aan het systeem dat hij had ontwikkeld bij de mineralen, overkoepelende thema’s. Voor de praktijk betekent dit een vereenvoudiging van het zoekproces omdat men gerichter kan zoeken binnen een bepaalde groep of familie van geneesmiddelen naar gelang een gevonden thema binnen de symptomen van de patiënt.
Zijn boeken “Homeopathie en mineralen” en “Homeopathie en de elementen” zijn al jarenlang internationale bestsellers en zijn methode wordt wereldwijd met succes toegepast. In 2013 is zijn boek “Wonderful Plants” uitgebracht, waarin hij dezelfde groepsanalyse op het plantenrijk toepast. Uitwerking hiervan voor de praktijk is nog in volle ontwikkeling.