AVIG praktijkregistratie onderzoek homeopathie 2015-2016

Christien Klein-Laansma, arts/onderzoeker, juni 2022

Samenvatting
Veel patiënten met chronische klachten doen een beroep op de arts voor integrale/complementaire geneeskunde. Om aan deze patiënten in de toekomst een wetenschappelijk onderbouwd, persoonlijk advies te geven, is systematisch onderzoek nodig in de praktijk. In 2015-2016 werd binnen de vakgroep homeopathie van de AVIG een pilot study gedaan in praktijken van 25 artsen en met 399 patiënten. In dit onderzoek werden instrumenten getoetst om resultaten te meten en ‘beste homeopathische casuïstiek’ te identificeren in een database. Hieruit volgden aanbevelingen voor het inrichten van een elektronisch patiëntendossier, ten behoeve van toekomstig onderzoek in de praktijk.

Inleiding
Vooruitgang in welvaart en levensverwachting is een groot goed, maar kent ook keerzijden, zoals toename van chronische ziekten. Dit schept zowel kansen als verplichtingen voor artsen integrale/complementaire geneeskunde. Bij hen komen veel patiënten met chronische klachten uiteindelijk terecht. Deze patiënten willen weten “Welke therapie past bij mij, wat zal mij het beste helpen?”. Onderzoek in de praktijk vormt de basis om deze vraag gericht te beantwoorden. In 2015-2016 werd een pilot study gehouden voor een registratieonderzoek binnen de vakgroep homeopathie van Artsen Vereniging Integrale Geneeskunde (AVIG). De uitkomsten werden gepubliceerd in het internationale wetenschappelijke tijdschrift Homeopathy (Klein-Laansma, 2019). Eén van de conclusies was, dat het voor patiënten met langdurige klachten zinvol is om een arts voor homeopathie te raadplegen, met kans op verbetering van klachten. In het artikel worden aanbevelingen gedaan voor praktijk- registratieonderzoek.

Langer leven, langer ziek
De medische wetenschap zorgt ervoor (naast andere factoren) dat we veel langer blijven leven dan vroeger, maar kan niet voorkomen dat we ziek worden. Dat laatste doen we, massaal en chronisch: volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) hadden op 1 januari 2016 maar liefst 8,8 miljoen mensen in Nederland één of meer chronische ziekten. Dit komt overeen met ruim de helft (52%) van de bevolking (www.Volksgezondheidenzorg.info). Een ‘chronische ziekte’ wordt hier gedefinieerd als een ziekte waarbij over het algemeen geen uitzicht is op volledig herstel. De genoemde schattingen zijn gebaseerd op een selectie van 109 door de huisarts geregistreerde chronische ziekten.

Homeopathie en chronische ziekte
We weten dat veel patiënten die homeopathische behandeling zoeken, chronische klachten hebben. In een Duits-Zwitserse studie had 97% van de patiënten die een homeopathische behandeling volgden als aanvulling op reguliere zorg, chronische klachten (Witt, 2005). Veel gerapporteerde verbeteringen hielden langdurig stand, zo bleek uit een follow-up na 8 jaar (Witt, 2008). In een ander observationeel onderzoek, in het toenmalige Bristol Homeopathic Hospital (Verenigd Koninkrijk), werden 6.544 patiënten gedurende 6 jaar gevolgd (Spence, 2005). Verreweg de meesten hadden chronische klachten. 50,4% meldde een matige tot sterke positieve verandering van hun algemene gezondheid (‘beter’ of ‘veel beter’) en 50,7% een matige tot grote verbetering van hun klachten. Homeopathische behandeling als aanvulling op reguliere zorg, kan dus in het algemeen een positieve bijdrage leveren aan de gezondheid van patiënten met een chronische ziekte. 

Pilot studie AVIG
In de Nederlandse pilot study werden een aantal van deze bevindingen bevestigd (Klein-Laansma, 2019). Bij 25 leden van de vakgroep homeopathie van de AVIG werden 399 nieuwe patiënten gedurende een half jaar gevolgd. Tijdens de vervolgconsulten werd aan patiënten gevraagd of hun klachten veranderd waren in vergelijking met het eerste consult. Dat konden ze aangeven op een schaal van -3 tot en met +3, waarbij score +2/+3 overeenkwam met matige tot grote verbetering. Van alle patiënten meldde 38% tot 44% een matige tot grote verbetering van klachten bij de eerste vier vervolgconsulten (percentages inclusief missende waarden).
De ‘top vijf’ diagnoses waarbij patiënten een matige tot grote verbetering rapporteerden (+2/+3) waren moeheid (bij 41,1% van de patiënten met deze diagnose werd +2 of +3 gescoord), eczeem (43,3% +2/+3), menopauze klachten (54,5% +2/+3), slaapstoornissen (35,5% +2/+3) en hyperactief gedrag bij kinderen (45,5% +2/+3).
De artsen pasten naast individuele homeopathie (bij 91,2%) vaak ook andere behandelingen toe, zoals vitaminen/supplementen (bij 13%), voeding/dieet (bij 10%) en bio-informatie therapie (bij 7%), vaak in combinatie.
Veel patiënten hadden al langer klachten: van de 399 patiënten in het onderzoek bleek dat 68,7% al 1 jaar of langer de klachten had, waarvoor ze nu een arts voor homeopathie raadpleegden.

‘Beste homeopathische casuïstiek’
In het onderzoek werd apart gekeken naar alle 195 patiënten die alleen met één homeopathisch geneesmiddel waren behandeld, zonder bijkomende therapie. Als bij zulke patiënten een goed resultaat was bereikt, kon de arts bepalen of die casus in aanmerking voor de kwalificatie ‘beste homeopathische casuïstiek’. Hiervoor werden twee hulpmiddelen gebruikt. Allereerst de aangepaste Glasgow Homeopathic Hospital Outcome Scale (GHHOS) gebruikt. Met deze schaal van werden door de arts verbetering van klachten en algemeen welbevinden in kaart gebracht. Daarnaast werd een algoritme gebruikt, waarmee de arts kon inschatten of de verbetering redelijkerwijs toe te schrijven was aan homeopathische behandeling en niet aan andere factoren. Dit algoritme wordt tegenwoordig MONARCH genoemd (afkorting voor: Modified Naranjo Criteria for Homeopathy-Causal Attribution Inventory; Lamba, 2020). 

Ook bij langdurige klachten kan homeopathische behandeling zin hebben
Aan de zeer strenge criteria voor ‘beste homeopathische casuïstiek’ voldeden in de pilot study 66 patiënten. Onder hen was vermoeidheid de meest voorkomende diagnose (11 patiënten, 16,7% van de 66), gevolgd door eczeem en slaapstoornissen (beide 3 patiënten). Onder de ‘beste homeopathische casuïstiek’ bevonden zich ook veel patiënten met langdurige klachten. Van deze 66 patiënten had 62,2% al 1 jaar of langer last van de opgegeven hoofdklacht en 38% zelfs 5 jaar of langer. Deze patiënten waren dus duidelijk verbeterd met homeopathie. Hieruit kunnen we concluderen dat ook als patiënten zeer langdurige klachten hebben, het toch de moeite waard was om een homeopathische behandeling te volgen. Voor patiënten met een chronische ziekte kan een kleine verbetering grote gevolgen hebben voor het dagelijks functioneren.
Bij de 66 casus die werden gerekend tot ‘beste homeopathische casuïstiek’ was er een zeer sterke correlatie tussen arts- en patiënt-score: niet alleen de artsen, maar ook de patiënten zelf oordeelden positief over het behandelresultaat.

Elektronisch patiëntendossier
In een goed ingericht elektronisch patiëntendossier horen, naast algemene gegevens, ook vakspecifieke patiënt- en behandelkenmerken. Bij homeopathie, waar specifieke symptomen zo enorm belangrijk zijn voor de keuze van de therapie, zouden deze prospectief (toekomstgericht) moeten worden geregistreerd. Behandelresultaten kunnen worden gemeten met gevalideerde vragenlijsten, door arts en patiënt in te vullen. Met deze instrumenten kun je de behandeling evalueren en zijn de gegevens geschikt voor een casusrapport en voor verdere analyse. 

Conclusies
Veel patiënten met chronische klachten doen een beroep op de arts voor integrale/complementaire geneeskunde. Om aan deze patiënten in de toekomst een wetenschappelijk onderbouwd, persoonlijk advies te geven, is systematisch onderzoek nodig in de praktijk. Daarvoor moet een gebruiksvriendelijk elektronisch patiëntendossier worden ingericht, met mogelijkheden voor praktijkgericht onderzoek.
Een belangrijke bevinding in het onderzoek was, dat ook bij patiënten met langdurige klachten, betekenisvolle verbetering kon werd gerapporteerd met individuele homeopathie.

Referenties
– Klein-Laansma CT, Rutten ALB, Fruijtier PC, Wijtenburg HHM. Electronic Registration in Complementary/Homeopathic Medical Practice with Identification of ‘Best Homeopathic Cases’: A Pilot Study. Homeopathy. 2019 Feb;108(1):33-42.
– Kloosterman, R. Alternatieve geneeswijzen: contact en opvattingen, CBS 2019. https://www.cbs.nl/-/media/_pdf/2019/25/2019st15-alternatieve-geneeswijzen_web.pdf. Datum download: 1-6-2022
– Lamba CD, Gupta VK, van Haselen R, Rutten L, Mahajan N, Molla AM, Singhal R.Evaluation of the Modified Naranjo Criteria for Assessing Causal Attribution of Clinical Outcome to Homeopathic Intervention as Presented in Case Reports. Homeopathy. 2020 Nov;109(4):191-197
– Spence DS, Thompson EA, Barron SJ. Homeopathic treatment for chronic disease: a 6-year, university-hospital outpatient observational study. Journal of alternative and complementary medicine. 2005;11(5):793-8
– Stock G, Sydow S. Personalised medicine. Paradigm shift within drug research and therapy. Bundesgesundheitsblatt Gesundheitsforschung Gesundheitsschutz. 2013 Nov;56(11):1495-1501
– van Haselen RA. Homeopathic clinical case reports: Development of a supplement (HOM-CASE) to the CARE clinical case reporting guideline. Complementary Therapies in Medicine. 2016;25:78-85
– Witt CM, Lüdtke R, Baur R, Willich SN. Homeopathic medical practice: Long-term results of a cohort study with 3981 patients. BMC Public Health 2005, 5:115.
– Witt CM,  Lüdtke R, Mengler N and Willich SN. How healthy are chronically ill patients after eight years of homeopathic treatment? Results from a long term observational study. BMC Public Health 


Summary
Many patients with chronic complaints visit a doctor for integrative/complementary medicine. To give these patients a scientific-based advice in the future, systematic practice-based research is needed. In 2015-2016 a pilot study was done within the homeopathy section of the Dutch Doctors Association for Integrative medicine (AVIV) in practices of 25 doctors, with 399 patients. In this study, tools to measure results were evaluated as well as instruments to identify ‘best homeopathic cases’ in a database. Recommendations were made for the requirements of an electronic patient registration program, to perform practice based research.  

Link naar een samenvatting van het gepubliceerde artikel: Electronic Registration in Complementary/Homeopathic Medical Practice with Identification of ‘Best Homeopathic Cases’: A Pilot Study. Klein-Laansma CT, Rutten ALB, Fruijtier PC, Wijtenburg HHM. Homeopathy. 2019 Feb;108(1):33-42. doi: 10.1055/s-0038-1672162

Christien Klein-Laansma, arts/onderzoeker, juni 2022

Share This